Schakelen, organiseren en meebewegen: schoonmaken tijdens de coronacrisis

Toekomst Schoonmaakbedrijven
Toekomst Schoonmaakbedrijven

Schoonmaak is van cruciaal belang om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar waar op sommige projecten extra uren worden ingezet, liggen andere projecten (gedeeltelijk) stil, omdat medewerkers thuis werken en/of panden gesloten zijn. Onze prioriteit ligt dan ook bij het inzetten van medewerkers, dáár waar zij het hardst nodig zijn.

Petra Wagenaars is projectleider voor Toekomst Schoonmaakbedrijven bij conferentiehotel Ruwenberg. Binnen korte tijd kwamen alle schoonmaakwerkzaamheden in het hotel door het coronavirus stil te liggen. Petra vertelt: “Vanaf eind februari kreeg het hotel steeds meer annuleringen. Ons werk werd elke dag minder. In de laatste week hadden we bijna geen reserveringen meer staan. Bovendien geldt op dit project dat als er geen kamers bezet zijn, we ook niet hoeven te werken.” Het werk voor Toekomst ligt momenteel stil. Hoe lang de situatie duurt, weet Petra niet. “In principe mogen de hotels nog open zijn, maar de horeca niet. Er komen nu geen gasten.”

Ondertussen heeft collega-projectleider Marij Jansen juist extra mensen nodig. Zij is verantwoordelijk voor de schoonmaak op verschillende locaties bij zorginstelling Cello. Er worden door de coronacrisis in de schoonmaak preventieve maatregelen genomen. Daardoor zijn de werkzaamheden anders, maar zijn er ook meer mensen nodig om het werk te kunnen doen. “Vanwege het besmettingsgevaar mogen medewerkers nog maar op één locatie werken. We hebben daardoor veel meer medewerkers nodig. In plaats van de acht medewerkers die hier normaal gesproken werken, staan wij hier nu met zo’n 20 medewerkers”, aldus Marij. De werkzaamheden zijn veelal preventief. Marij vertelt: “Extra ontsmetten, vaker schoonmaken. En mocht het zover komen dat het coronavirus bij één of meerdere van de bewoners wordt geconstateerd, dan worden de werkzaamheden helemaal anders. Hopelijk kunnen we dat, door de huidige manier van schoonmaken, voorkomen.”

Waar de één mensen ‘over’ heeft, en de ander juist een tekort, is het bepalen van de juiste strategie niet moeilijk. Een aantal medewerkers van Petra, springt nu bij op het project van Marij. Daarnaast werken de medewerkers van Petra nu bij collega-projectleider Nico de Graaf, die verantwoordelijk is voor de schoonmaak in trappenhuizen. Het vergt een flinke dosis organisatiekunde om alles geregeld te krijgen. “We hebben helaas ook te maken met zieke medewerkers”, zegt Petra. “En met medewerkers die om andere redenen niet kunnen of willen werken. Het is voor iedereen flink omschakelen. Je werkt ineens op een andere locatie, waar je vaak ook andere werkzaamheden uitvoert. Of je moet naar verschillende locaties om je uurtjes bij elkaar te sprokkelen. Dat is niet fijn, maar het is wel belangrijk dat we het nu samen doen.”

Projectleider Patrycja Rajazak zag de kantoren van één van de grootste opdrachtgevers van Toekomst Schoonmaakbedrijven leeglopen. “Mijn opdrachtgever Vanderlande was één van de eerste bedrijven die haar medewerkers thuis liet werken. Voor de medewerkers die nog wél aanwezig zijn, zoals in de productie en een enkeling op kantoor, is er een beperkt aantal schoonmakers aan het werk.” De focus ligt op preventie: ‘We lopen dagelijks alle ruimtes na, maar de prioriteit ligt bij het reinigen van contactoppervlakken met desinfectiemiddelen. Ook zorgen we ervoor dat de desinfectie-eilanden, zoals die verspreid staan over de campus, gevuld zijn.” Volgens Patrycja waren vooral de eerste twee weken hectisch. “De hele planning moest van de baan. In het begin was er veel onduidelijk. Ik kreeg vragen van medewerkers waar ik het antwoord ook nog niet op wist.” Patrycja is trots op haar team: “We moesten ermee dealen, dus dat hebben we gedaan. De afdelingen, ook met de ondersteuning vanuit kantoor, werken goed samen. We hebben controle over de situatie voor zover dat nu kan en wachten af wat er de komende periode op ons af komt.”

Op de scholen die Toekomst in onderhoud heeft, wordt niet minder gewerkt, maar wel anders. “De scholen worden nu een stuk minder intensief gebruikt”, vertelt projectleider Lisette Ras. “Toch is er nog steeds wel wat vervuiling, door leerkrachten die op school werken en de (nood)opvang die op sommige locaties aanwezig is. Het reguliere programma vullen we nu aan met periodieke werkzaamheden, of werkzaamheden die niet tot het standaardwerkprogramma behoren.” Projectleider Judith Smulders werkt op een soortgelijke manier op ‘haar’ scholen: “De werkzaamheden die normaal gesproken in de zomervakantie gepland staan, worden nu al uitgevoerd. Daarvoor moesten we even schakelen, ook met onze leveranciers, maar gelukkig was dat al vrij snel voor elkaar.” Judith bekijkt het daarom positief: “Mijn scholen zijn straks nog nooit zo schoon geweest.”